image1

Nieuws


03-08-2021 Vlakglas Recycling Nederland maakt vlakglas steeds meer circulair

Glas is één van de meest oneindige producten. Het is oneindig te recyclen zonder verlies van volume. Bij veel andere materialen zien we bij het omsmelten een verlies van volume. Zoals slakken bij het smelten van metalen. Glas is 100 procent herbruikbaar, zonder kwaliteitsverlies. Vlakglas recycling bespaart de inzet van nieuwe grondstoffen, energie en de uitstoot van CO2. Door de inzameling van vlakglas goed te organiseren, scheelt het bovendien veel kosten.

Sinds de oprichting van Vlakglas Recycling Nederland (VRN) in 2002, is er door VRN 1.346.706 ton vlakglasafval ingezameld en aangeboden aan de recyclers. De recycleresultaten zijn altijd erg goed. Ruim 90% van de scherven kan worden hergebruikt voor de productie van nieuwe glasproducten. Van de overige materialen kan 9% worden hergebruikt. Hierbij gaat het dan om materialen zoals pvb-folie uit gelaagd glas en aluminium kaders uit isolatieglas.

Van de door VRN ingezamelde scherven wordt dus 90% gebruikt om nieuwe glasproducten van te maken. Hiervan gaat het grootste gedeelte naar de productie van verpakkingsglas en glaswol. Slechts 8% van de scherven is geschikt om te worden toegepast voor de productie van nieuw vlakglas. 

Energetisch en wat de uitstoot van CO2 betreft is er nauwelijks verschil tussen deze drie glasindustrieën. De basisgrondstof voor vlakglas, verpakkingsglas en glaswol is zand. De glasovens hebben dus evenveel energie nodig om het zand te smelten. Ook al wordt het door VRN ingezamelde vlakglasafval niet voor de productie van nieuw vlakglas gebruikt, de grondstoffen gaan niet verloren maar worden hoogwaardig ingezet.

Maar waarom dan toch die inspanningen om ervoor te zorgen dat van vlakglasafval weer nieuw vlakglas gemaakt kan worden?

De vlakglasindustrie ziet waardevolle grondstoffen verloren gaan ten gunste van de andere glasindustrieën. De energie die zij in het zand hebben gestopt dit om te laten smelten tot glas verdwijnt uit de vlakglasketen. De reductie van de CO2-uitstoot bij de productie van nieuw vlakglas is door het her verdwijnen van grondstoffen uit de keten veel lager. Deze reductie komt nu ten gunste van de andere glasindustrieën. Uiteindelijk leidt dit tot een lagere energieprestatie van het vlakglas als bouwproduct, zoals isolatieglas. 

Doet VRN iets verkeerd als er slechts 8% van de scherven wordt hergebruikt voor de productie van nieuw vlakglas?

Nee. Nadat het nieuwe vlakglas uit de glasovens is gekomen, wordt het getransporteerd naar verschillende glasverwerkers. Zij voegen hier weer allerlei materialen aan toe om het glas te kunnen gebruiken voor diverse doeleinden. Denk bijvoorbeeld aan het lamineren van glas voor de veiligheid. Het produceren van isolatieglas. Het toevoegen van een coating om spiegels te maken. Het printen van glas, etc. Al dit soort toepassingen aan glas verhogen de functionaliteit van glas, maar maken het lastiger om het weer te kunnen hergebruiken in de oorspronkelijke vorm. De recycle bedrijven gebruiken hoogwaardige scheidingstechnieken om zoveel mogelijk van deze toepassingen (vervuilingen) te verwijderen. Maar de kwaliteit van het gerecyclede glas is (nog) niet hoog genoeg om er weer nieuw vlakglas van te maken. De kwaliteit is wel goed om hier verpakkingsglas of glaswol van te maken.

Welke acties onderneemt VRN om van vlakglasafval weer nieuw vlakglas te maken?

In de afgelopen jaren heeft VRN samen met de recyclers en de vlakglasindustrie verschillende projecten opgestart om ervoor te zorgen dat er bij de productie van vlakglas meer vlakglasafval kan worden gebruikt. Zo wordt bijna al het snijafval van floatglas en gelaagd glas dat ontstaat bij de bewerking van glas, gescheiden ingezameld en opnieuw ingezet voor de productie van nieuw vlakglas. 

In 2015 heeft VRN samen met AGC en Maltha een Life Plus subsidie gekregen van de Europese Commissie om onderzoek te doen naar een manier om vervuilingen in glas te verpulveren. De techniek is geslaagd en bewezen. Maar de kosten van dit proces zijn dermate hoog dat dit niet rendabel is voor de glasindustrie.

De kern van het hergebruiken van vlakglasafval zit in de kwaliteit van het vlakglasafval. Hoe schoner het vlakglasafval wordt ingezameld, hoe hoogwaardiger dit als grondstof wordt. Er zijn twee soorten vervuilingen: glas gebonden vervuilingen zoals al eerder genoemd. Denk hierbij aan de pvb folie en aluminium kaders. En glasvreemde vervuilingen. Dit zijn vervuilingen die optreden als het glas in containers wordt ingezameld. Denk hierbij aan bouw- en sloopafval, , kookplaten, koffiebekers, kikokers, veegvuil en dergelijke. Door voorlichting en strikte handhaving wordt geprobeerd zoveel mogelijk glasvreemde vervuilingen te voorkomen. Helaas lukt dit niet in alle gevallen, waardoor soms hele containervrachten met vlakglasafval worden afgekeurd.

VRN is in 2020 een project gestart met Saint Gobain France om een manier te vinden om het hergebruik van vlakglasafval voor de productie van nieuw vlakglas te verhogen. Hierbij wordt isolatieglas gescheiden ingezameld, rekening houdend met de glas gebonden vervuilingen. Voorwaarde hierbij is dat het isolatieglas bestaat uit twee ruiten enkel floatglas. Bij het project wordt het floatglas machinaal, via gepatenteerde technieken, van de aluminium kaders gescheiden. Op deze manier ontstaat er een zuivere stroom grondstoffen van floatglasscherven die toegevoegd kunnen worden aan de grondstoffenbatch van de floatovens. Hierdoor is het vlakglas echt circulair.

Doordat de vlakglasindustrie heeft aangetoond vlakglasafval te kunnen gebruiken voor de productie van nieuw vlakglas, gaat VRN door met het verder gescheiden inzamelen van diverse vlakglasproducten. Dit gebeurt dan op basis van de glas gebonden vervuilingen. Hierbij worden glasproducten met zo weinig mogelijk toevoegingen apart ingezameld. Denk bijvoorbeeld aan glas van binnenwanden, glazen douchedeuren, etc. Het gaat om glasproducten met een groot oppervlak aan floatglas. Bij de inzameling van deze glastoepassing mogen geen glasvreemde vervuilingen zitten. Dit betekent dat de manier van inzamelen moet worden aangepast. Zo worden de afgedankte glasproducten niet meer in glascontainers gegooid, maar op glasbokken vervoerd. Op logistiek gebied geeft dit de nodige uitdagingen: hoe kunnen we het afgedankte glas op een veilige manier via bokken vervoeren. Daarom heeft VRN de medewerking nodig van de inzamelpunten. 

Door deze wijze van inzamelen en verwerken is niet al het vlakglasafval direct inzetbaar voor de productie van nieuw vlakglas. VRN verwacht dat in 2030 30% van het vlakglasafval wat wordt ingezameld hiervoor geschikt is. Hierdoor wordt vlakglas steeds meer circulair.